Nederland doet opnieuw een poging om de instroom van nieuwe technici een zwengel te geven. Met het maandag gesloten Techniekpact zet een brede waaier van partijen de schouders eronder. Maar in de praktijk moet blijken of het nu wel werkt. Het Techniekpact, gesloten door werkgevers, vakbeweging, overheid, onderwijskoepels en regio's, voorziet onder meer in technieklessen op alle basisscholen. Ook gaan bedrijven elk jaar 1000 beurzen betalen voor techniekstudenten.
Daarnaast zullen de pabo-studenten veel meer met techniek te maken krijgen. Volgens minister Bussemaker (Onderwijs) moet dat vooral draaien om het stimuleren van een 'onderzoekende houding' bij de toekomstige basisschooldocenten. "De interesse moet aangewakkerd worden over hoe dingen gemaakt worden, hoe ze in elkaar zitten." Het pact bevat 22 afspraken over waar de partijen aan gaan werken, maar tijdens de ondertekening maandag in het Amsterdamse science center Nemo kwamen toch weer de bekende verhalen voorbij. Zo moet het imago van de technologische sector verbeteren en moeten kinderen eerder in aanraking komen met techniek. Ook de zin 'het is vooral goed dat we hier nu met zijn allen bij elkaar zijn' viel verschillende keren. "Als iedereen nu gaat doen wat iedereen al een tijdje geleden zei dat-ie zou doen, dan zijn we aardig op weg", vatte voorzitter Jan van Zijl van de MBO-Raad samen.
Maar toch denken de ondertekenaars dat het er nu wel van gaat komen. "Vijf jaar geleden was een bijeenkomst als deze niet mogelijk geweest", zei de Eindhovense burgemeester Rob van Gijzel. "Er is echt iets veranderd in het land rond de vraag waar we straks ons geld mee gaan verdienen." Ook Ineke Dezentjé-Hamming, voorzitter van de werkgeversversvereniging voor de technologische industrie FME, spreekt van een 'herwaardering van de industrie'. "Het probleem van te weinig goedopgeleide vaklieden is niet alleen een probleem van bedrijven, maar van heel Nederland." "Dat moeten we gaan zien", antwoordt Jaap Smit, voorzitter van vakcentrale CNV, op de vraag of het nu wel van de grond zal komen. "Maar als je ziet welke partijen de schouders eronder gaan zetten, heb ik daar wel vertrouwen in. Soms kosten de dingen gewoon tijd. Ik herken me wel in de herwaardering van de industrie. Mijn mantra is al langer dat we niet alleen een praatindustrie moeten hebben maar ook een maakindustrie."
Volgens Smit valt er op het gebied van arbeidsvoorwaarden nog wel het nodige te verbeteren. De CNV-voorman hield al eerder een pleidooi om de 'schotten' tussen opleidingsfondsen in sectoren omver te gooien. Nu is het nog zo dat die fondsen alleen scholing kunnen financieren voor de eigen sector. Dat is een belemmering om te wisselen van sector. "Ook op andere onderdelen van de arbeidsmarkt moeten de voorwaarden beter worden om over te stappen", vindt Smit. "De voorwaarden zijn nu nog veelal gericht op een carrière van veertig jaar bij dezelfde baas." Ook FNV-voorman Ton Heerts vindt dat de arbeidsvoorwaarden veel makkelijker individueel terug te rekenen moeten zijn. "Bijvoorbeeld ook in de pensioenen. Als je overstapt naar een andere sector en daarmee een ander pensioenfonds, moet de verrekening van welk deel jij dan mee mag nemen veel makkelijker zijn."
Bron: telegraaf.nl