“De conclusie in het rapport rondom de kwetsbare positie van jongeren op de werkvloer is onjuist”, stelt minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Uit TNO-cijfers blijkt dat jongeren juist minder vaak zijn betrokken bij een arbeidsongeval dan ouderen. Twee Kamerleden, Kerstens en Vermeij (PvdA), hadden het rapport eind januari 2013 naar de minister gestuurd met de vraag hierop te reageren. De Kamerleden hadden hun conclusie gebaseerd op cijfers uit het zogenaamde Letsel Informatie Systeem (LIS) met data over arbeidsslachtoffers die behandeld zijn op de spoedeisende hulp. Uit die gegevens zou blijken dat jongeren veel vaker gewond raken op de werkvloer.
De Monitor Arbeidsongevallen van TNO – waar Asscher vanuit gaat - komt niet tot die conclusie. Daaruit blijkt namelijk dat jongeren juist minder vaak slachtoffer zijn van ongevallen op de werkvloer dan hun oudere collega’s. Zo hadden in 2011 jonge werknemers van 15 tot 25 jaar een kans op een arbeidsongeval van 2,5%, terwijl bij werknemers ouder dan 25 jaar de kans 3% was.
Toch blijft het ministerie SZW zich inzetten voor de jongeren als risicogroep in bepaalde sectoren met onder nadere een veiligheidscampagne. Asscher: “Uitgangspunt blijft dat jongeren een kwetsbare positie op de werkvloer hebben. Werkgevers zijn dan ook verplicht op grond van de Arbowet om aanvullende maatregelen te nemen.” Op de vraag of er een verband is tussen de aard van het dienstverband en arbeidsongevallen gaf de minister aan de cijfers aantonen dat jonge werknemers met een flexibel arbeidscontract minder vaak het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval dan jonge werknemers met een vast contract.
Bent u verantwoordelijk voor de veiligheid binnen uw organisatie? Wilt u uwzelf ontwikkelen tot een veiligheidskundige? Bekijk hier de mogelijkheden!