Twee familie aannemers werken aan de opwaardering van de Zuid-Willemsvaart. Aanbesteding vond plaats op basis van de Best Value Procurement-filosofie (BVP). Dankzij kennis van de regio en innovatief denken wonnen twee samenwerkende familiebedrijven de aanbesteding. Ze zetten onder andere transportbanden in. Het werk op hun grootste project ooit is nu bijna afgerond.
Op de N279 tussen Veghel en ‘s Hertogenbosch wordt hard gewerkt: graafmachines, wielladers, pontons, transportschepen, kraanschepen, overslagkranen, stellages over de provinciale weg en enorme zanddepots. Voor een aanneemsom van ongeveer 17 miljoen euro wordt de Zuid-Willemsvaart over een lengte van 13 kilometer gebaggerd, verdiept en verbreed. Gemiddeld wordt de waterweg een meter uitgediept tot 4,5 meter doorgang en verbreed van 19 tot 42 meter. De werkzaamheden worden uitgevoerd door de aannemingscombinatie Vissers Ploegmakers uit Erp en F.P.H. Ploegmakers uit Vinke. De neven Gerbert en Dirk Ploegmakers vormen het projectmanagement. Beiden participeren ‘thuis’ in twee losstaande familiebedrijven, zijn middelgroot (met elk 30—35 man personeel) en gevestigd in de buurt.
Om ervoor te zorgen dat de grotere schepen (ook met drielaags zeecontainerbelading) het tracé kunnen bevaren, verhoogt de aannemerscombinatie ook drie bruggen. Al met al is het project dus een forse klus, waarvan de aanbesteding niet alledaags was. Dirk Ploegmaker: ‘Bij wijze van pilot besteedde RWS het project aan volgens de best value procurement (zie kader). Een fors andere procedure dan het traditioneel aanbesteden. Voor ons als middelgroot bedrijf heeft dat als nadeel dat je relatief veel tijd, energie en dus kosten in de aanbesteding moet steken, maar dat het meedenken in oplossingen en het leveren van toegevoegde waarde binnen een project wel echt beloond worden. Zowel voor de opdrachtgever als de aannemer.’
Bij best value procurement verandert de rol van de aannemer verandert. Voorheen leidden tegenvallers tot meerwerk en extra kosten voor de opdrachtgever. Bij best value procurement gaat de opdrachtgever uit van de expertise van de aannemer: hij is de specialist en moet vooraf de risico’s inschatten en verwerken in de offerte. Bij de uitvoering van het project hebben de aannemers volledig de vrije hand, van het maken van de plannen, overleg met de overheden, aanvragen van vergunningen en communicatie rond de voortgang: alles is voor rekening van de aannemer, die hiermee de opdrachtgever ontlast en vrijwaart van risico’s. Dirk: ‘De aanbesteding is voor iedereen heel duidelijk. RWS schijft een project uit met daarbij een aantal eisen. Op zes A4’tjes maken de aannemers een plan hoe ze dat willen uitvoeren en tegen welke prijs.’ Gerbert Ploegmaker vult aan: ‘Het gaat er dan praktisch gezien om welke aannemer het project binnen het gestelde budget toch met een gouden randje kan opleveren. Je moet echt meerwaarde bieden en je onderscheiden.’ Aannemerscombinatie Vissers Ploegmakers-F.P.H. Ploegmakers creëerde deze meerwaarde door zich te focussen op het beperken van overlast voor de omgeving. Gerbert: ‘Voor het ophogen van de bruggen stond bijvoorbeeld een periode van 12 weken. Wij dachten dat dat sneller kon en schreven in op maximaal 8 weken per brug. Zo beperkten we de overlast voor omwonenden en bespaarden hen opgeteld zo’n 1.000.000 omrijkilometers per brug. Dat scheelt ook milieubelasting. Dit snellere werken geeft voordelen die niet per se in de prijs tot uitdrukking komen, maar er wel zijn. Nu kijkt de opdrachtgever hier ook naar.’
Doorslaggevend bij het winnen van de aanbesteding was ongetwijfeld de inzet van transportbanden en het idee om de gewonnen baggerspecie direct lokaal opnieuw te gebruiken. Dirk: ‘De 450.000 kuub zand die vrijkomt staat gelijk aan 25.000 vrachtwagens (enkel reis) die we af zouden moeten voeren of 2.000 binnenvaartschepen (enkel reis).’ De overlast voor de omgeving bij de inzet van vrachtwagens spreekt voor zich, maar ook de vaarweg richting Den Bosch is al druk bezet. Inzet van meer schepen zou hier hinder veroorzaken. Dus kwamen de aannemers met het plan om het zand lokaal te gebruiken. Hierdoor kwamen de kosten voor de overheid per saldo lager liggen. Gerbert: ‘We wisten dat de parallel aan het kanaal lopende provinciale weg N279 op termijn wellicht verbreed gaat worden. Dus kwamen we met het idee om op dat tracé alvast zand op depot te zetten. Dat scheelt twee keer transportbewegingen. De 450.000 kuub ophoogzand die vrijkomt gaat daarom direct op de juiste plek op depot. Twee depots beslaan in totaal zo’n 11 hectare. Het zand gaat in eigendom direct over naar de provincie. Een mooie voorbeeld hoe twee familie aannemers met lokale kennis elkaar versterken door een combinatie van traditioneel werken en oog voor vernieuwing.
Bron: Matthijs Verhagen
Aanbesteding volgens Best Value Procurement (BVP)Bij de aanbesteding van dit project maakte opdrachtgever Rijkswaterstaat (RWS) als pilot gebruik van de Best Value Procurement-filosofie. De aannemer die in het aanbestedingstraject bewees het project het beste te doorgronden en de meeste meerwaarde te bieden voor de opdrachtgever, krijgt de gunning. Ook als deze niet noodzakelijk de goedkoopste is. Binnen 6 A4’tjes moesten gegadigden de opdrachtgever overtuigen. Combinatie Ploegmakers overtuigde door overlast van het baggerwerk voor de omgeving tot een minimum te beperken. Ook was het in staat om de bruggen in het traject sneller dan vereist te verhogen, waardoor eveneens minder overlast ontstond. RWS ziet de aannemer die het project uitvoert na gunning als specialist. Hij moet zorgen dat het loopt, en opdrachtgever RWS ontlasten. Lopende problemen tijdens het project moet de aannemer zelf zien op te lossen. |