Ook al is het vooralsnog onbewezen dat elektromagnetische straling van hoogspanningskabels schadelijk is voor de gezondheid, omwonenden krijgen een aanbod tot uitkoop van hun woning. Dit besloot minister Kamp van Economische Zaken in april 2013.
Bij nieuw aan te leggen hoogspanningslijnen geldt het beleid dat gezondheidsrisico’s, voor zover mogelijk voortvloeiend uit een stralingsniveau van 0,4 microtesla of hoger, moeten worden vermeden. Het sleutelbegrip is daarbij ‘voorzorgsprincipe’, een term afkomstig uit de preventieve geneeskunde.
Praktisch betekent dit dat er geen nieuwbouw mag plaatsvinden in de onmiddellijke nabijheid van hoogspanningsmasten. En dat omgekeerd bij de aanleg van nieuwe traditionele hoogspanningsmasten aan beide zijden van de mast een afstand van minimaal 150 meter tot omliggende bebouwing in acht moet worden genomen. Bij de jongste generatie masten volstaat een veiligheidszone van 50 meter. Bestaande hoogspanningskabels met een voltage van 110 en 150 kilovolt worden binnen 15 jaar zoveel mogelijk onder de grond gebracht. Kabels met een voltage van 220 en 380 kilovolt kunnen niet worden ingegraven. In dat geval krijgen omwonenden een aanbod voor uitkoop van hun gemeente. Er zijn 400 woningen die voor uitkoop in aanmerking komen. Het Rijk trekt 140 miljoen euro uit voor de uitkoop. Gezien de huidige economische situatie worden de maatregelen vanaf 2017 uitgevoerd.
Bij de aanleg van een hoogspanningsnetwerk in de Randstad is het bijna onvermijdelijk dat ergens op het uitgestippelde tracé reeds bebouwing bestaat. Omdat TenneT in 2010 voor het eerst sinds circa 10 jaar weer een hoogspanningsleiding van 380 kV gaat aanleggen, heeft de netwerkbeheerder op het aan te leggen tracé nu voor het eerst met het voorzorgsprincipe – en dus met de compensatieverplichting – te maken. De suggestie dat het onder de grond leggen van hoogspanningslijnen de oplossing zou bieden voor stralingsprobleem, is volgens de netwerkbeheerder een onjuiste. Een TenneT-woordvoerder: “De risicozone is weliswaar smaller, maar de elektromagnetische straling is er ook dan wel degelijk.”
Zwitserse onderzoekers toonden in 2013 een statistisch verband aan tussen wonen nabij hoogspanningslijnen en sterftegevallen als gevolg van Alzheimer. Wie langer dan 15 jaar binnen een straal van 50 meter van hoogspanningslijnen woont, loopt 2 keer zoveel risico om te overlijden aan alzheimer. Daarmee staat overigens niet vast dat elektromagnetische straling Alzheimer veroorzaakt. Er kunnen andere redenen zijn voor de pieken in de statistieken. Hetzelfde geldt voor de eerdere vaststelling dat kinderen die in de onmiddellijke nabijheid van hoogspanningslijnen opgroeien statistisch een grotere kans maken op het krijgen van leukemie. Ook hier ontbreekt nog het bewijs voor een oorzakelijk verband.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vermoedt dat van de nieuwe leukemiegevallen in Nederland (110 per jaar) op zijn hoogst 1 geval en op zijn laagst 1 geval per 5 jaar moet worden toegeschreven aan langdurige blootstelling aan elektromagnetische straling. In minimaal 23.000 Nederlandse woningen wordt het maximaal toelaatbare risiconiveau - voor zover het elektromagnetische straling betreft - overschreden, constateerde het RIVM. Daarmee worden 11.500 kinderen structureel blootgesteld aan een te hoge dosis straling. Om dit probleem te verhelpen zouden duizenden gezinnen moeten verhuizen, of zou het hoogspanningsnetwerk voor 14 tot 15 miljard euro moeten worden omgebouwd. Dat is per woning een investering van 655.000 euro.
In het rapport ‘Nuchter omgaan met risico’s’ (2003) schetst het RIVM een route voor de politiek hoe te laveren tussen de zorgen van burgers en de kosten van vermindering van hun risicobeleving. Daaruit vloeit de aanpak voort, zoals die in 2005 in gang is gezet door toenmalig staatssecretaris van Milieu Van Geel (CDA).
Bronnen: rivm.nl en eigenhuis.nl