De EU heeft een duidelijk kader om haar energie- en klimaatbeleid tot 2020 richting te geven. Dat kader integreert verschillende beleidsdoelstellingen zoals broeikasgasemissiereductie en het waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening met de bevordering van de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid op een technologisch hoogstaande, kosteneffectieve en efficiënte manier.
Deze beleidsdoelstellingen worden verstrekt door drie kernstreefwaarden op het gebied van de broeikasgasemissiereductie, hernieuwbare energie en energiebesparing. Daarnaast zijn er aanvullende streefwaarden voor energieverbruik in de vervoerssector. Tegelijkertijd heeft de EU een regelgevingskader opgezet om een open, geïntegreerde en concurrerende interne markt te helpen creëren, die de continuïteit van de energievoorziening bevordert. Hoewel de EU goede vooruitgang boekt bij de verwezenlijking van de streefwaarden voor 2020, de totstandbrenging van de interne markt voor energie en het behalen van andere doelstellingen van het energiebeleid, moet nu worden nagedacht over een nieuw kader voor klimaat- en energiebeleid voor 2030.
Een spoedig akkoord over het kader voor 2030 is om drie redenen belangrijk:
Het kader voor 2030 moet ambitieus genoeg zijn om de EU in de gelegenheid te stellen de langeretermijnklimaatdoelstellingen te bereiken. Maar in het kader moet ook rekening worden gehouden met een aantal belangrijke ontwikkelingen die zich sinds het overeenkomen van de oorspronkelijke kaderrichtlijn, in 2008/2009, hebben voorgedaan, waaronder:
Het kader voor 2030 moet steunen op de lessen uit het huidige kader: wat werkte, wat niet werkte en wat verbeterd kan worden. Het moet rekening houden met de internationale ontwikkelingen en moet internationale actie op klimaatgebied stimuleren. En het moet aangeven wat de beste manier is om tot een maximale synergie te komen en compromissen te vinden tussen de doelstellingen op het gebied van concurrentievermogen, continuïteit van de energievoorziening en duurzaamheid.
Het kader moet ook rekening houden met de langeretermijnvisie die de Commissie in 2011 heeft uiteengezet in haar Routekaart naar een concurrerende koolstofarme economie in 2050, het Stappenplan Energie 2050, en het Witboek vervoer. Het Europees Parlement heeft resoluties over elk van de routekaarten/stappenplannen aangenomen. Deze plannen zijn ontwikkeld in lijn met de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 80- 95 % te hebben verminderd, vergeleken met de niveaus van 1990, als onderdeel van de noodzakelijke gezamenlijke inspanningen van de ontwikkelde landen. De scenario's in deze documenten wijzen op de volgende belangrijkste bevindingen:
Het doel van dit groenboek is de belanghebbenden te raadplegen en informatie en standpunten te verzamelen ter ondersteuning van de ontwikkeling van het kader voor 2030. Eerst wordt een overzicht gegeven van het huidige kader en van de verworvenheden daarvan, vervolgens komen de kwesties aan bod waar de inbreng van de belanghebbenden wordt gevraagd. De Commissie voert tegelijkertijd overleg over kwesties in verband met de internationale onderhandelingen inzake een nieuwe juridisch bindende overeenkomst voor klimaatactie en over haar beleid om te laten zien waar de technologie voor het afvangen en opslaan van koolstof toe in staat is.
Bron: Rehva.eu