Over mechanische ontstekingsbronnen heerst veel verwarring. Welke apparaten vallen onder deze noemer en welke niet? Het criterium is of het apparaat een inherente ontstekingsbron bezit of niet. Apparaten met snel bewegende delen hebben een inherente ontstekingsbron, nl. de mogelijkheid van warmte-ontwikkeling en vonken door contact en wrijving. Een stuk pijpleiding waardoor een hete vloeistof stroomt of waardoor een niet-geleidend poeder geblazen wordt, bevat geen ontstekingsbron van zichzelf. Het proces zorgt voor de ontstekingsbron.
Van traag bewegende delen (< 1m/s) en van handbediende apparatuur wordt aangenomen dat ze geen ontstekingsbron kunnen vormen (b.v. handafsluiter). Andere voorbeelden van apparaten die geen inherente ontstekingsbron bevatten, zijn:
Deze apparaten vallen dus niet onder de ATEX-95 richtlijn, hebben geen ATEX-certificaat, maar moeten wel beoordeeld worden als mogelijke ontstekingsbron onder de ATEX-137 richtlijn (doordat ze heet kunnen worden, statische oplading kunnen veroorzaken etc.). Mechanische apparatuur gebouwd na 1 juli 2003 moet door de fabrikant voorzien zijn van een Ex-markering als het betreffende apparaat een inherente ontstekingsbron bezit. Hiervoor heeft de fabrikant een ontstekingsanalyse uitgevoerd (Ignition Hazard Analysis) en op het apparaat en het certificaat aangegeven tot welke categorie het apparaat behoort en daarmee voor welke toepassing het geschikt is (zone, temperatuurklasse, gasgroep). Voor mechanische apparatuur van vóór 1 juli 2003 moet de gebruiker zelf een risicobeoordeling uitvoeren in het kader van het ATEX-137 onderzoek. Aan de hand van de uitkomsten moet bepaald worden of aanvullende maatregelen nodig zijn en zo ja, welke. Enkele voorbeelden van mogelijke acties zijn:
De zwaarte van de maatregel hangt af van de zone waarin het betreffende apparaat is opgesteld. In zone 2 situaties zal het veelal voldoende zijn om d.m.v. een systeem van inspectie en onderhoud te voorkomen dat een apparaat tijdens normale bedrijfsvoering een ontstekingsbron zal vormen. In een zone 1 situatie kan het nodig zijn om d.m.v. het bewaken van een grootheid (b.v. temperatuur) zeker te stellen dat ook tijdens voorzienbare storingen het apparaat geen ontstekingsbron zal vormen. De onstekingsanalyses (IHA) zoals die door de fabrikanten worden opgesteld (en waarvan voorbeelden te vinden zijn op het internet en in de NEN-EN-13463-1) zijn niet voldoende om aan te tonen dat jouw oude pomp geen ontstekingsbron kan zijn of worden. Bij de risicobeoordeling moet u zich afvragen: "Wat moet ik doen om te voorkomen dat mijn pomp een ontstekingsbron wordt?" Een ontstekingsanalyse op jouw boekenplank zoals hierboven genoemd, is daarvoor niet voldoende. Het is mogelijk om op een betrekkelijk eenvoudige manier vast te stellen of jouw materieel op dit moment voldoende veilig functioneert of dat mogelijk aanvullende maatregelen genomen moeten worden! Hierbij is een pragmatische aanpak van groot belang om hoge kosten te voorkomen. Wil je zien hoe andere bedrijven hun mechanische ontstekingsbronnen beoordeeld hebben?