Een werknemer is op staande voet ontslagen, nadat hij meerdere keren het veiligheidsbeleid van zijn werkgever had genegeerd. Hoewel de kantonrechter hem gelijk gaf en het ontslag als onterecht veroordeelde, oordeelde het hof uiteindelijk dat de werknemer terecht was ontslagen.
Het is eind november 2012 als een 51-jarige storingsmonteur op staande voet wordt ontslagen omdat hij tijdens het werk geen veiligheidsvest en helm draagt. Onterecht, meent de werknemer, waarop hij naar de kantonrechter stapt. Die is het met hem eens en beveelt de werkgever om de werknemer weer toe te laten tot het werk.
De werkgever vindt echter dat de kantonrechter het veiligheidsbeleid van het bedrijf te veel heeft genuanceerd. Ook meent de werkgever dat de waarschuwingen die de werknemer eerder kreeg ten onrechte worden bestempeld als ‘incidenten’. In september 2012 was de werknemer namelijk al 2 dagen geschorst wegens het overtreden van de veiligheidsvoorschriften. In de officiële waarschuwing stond bovendien dat bij herhaling onmiddellijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst zou volgen. De werkgever gaat in hoger beroep.
De werkgever heeft een groot belang bij handhaving van het beleid omdat er bij de werkzaamheden risico is op lichamelijk letsel bij de werknemer en derden. Volgens het hof is het overduidelijk dat het veiligheidsbeleid bij het bedrijf hoge prioriteit heeft. Dat blijkt uit de aandacht die aan veiligheid is en wordt besteed:
Tijdens het hoger beroep voert de werknemer aan dat het ontslag te grote persoonlijke gevolgen voor hem heeft. Hij is 51, krijgt geen WW en zal ook moeilijk weer een baan kunnen vinden. Het hof verwijst bij dat argument naar de rechtspraak: ook als de gevolgen ingrijpend zijn, kan de dringende reden toch zwaarder wegen dan de persoonlijke omstandigheden (LJN BV9532). Het hof komt tot het voorlopig oordeel dat het ontslag op staande voet terecht was. De werkgever had voldoende zwaarwegende redenen om het veiligheidsbeleid strikt te handhaven. De werknemer was op de hoogte van dat beleid en wist dat dit daadwerkelijk werd gehandhaafd. Hij heeft zelf de vertrouwensbreuk met zijn werkgever veroorzaakt. De persoonlijke gevolgen die het ontslag voor hem heeft wegen niet op tegen de aard en de ernst van de dringende reden.
Bron: P&O Actueel