Een klimaatinstallatie ontwerpen is tegenwoordig wel even anders dan vroeger. Toen was het programma van eisen alleen gebaseerd op een transmissie- en koellastberekening. Nu is er, naast de aangescherpte ontwerptechnische kwaliteitseisen, nog een andere tendens: PMV (predicted mean vote).
Eerst werd er aan de koellastberekening de temperatuuroverschrijding toegevoegd. Hierbij wordt afgesproken hoeveel uur jaarlijks de binnentemperatuur boven de gewenste waarde uit mag komen. De volgende variant is de ‘gewogen temperatuuroverschrijding’, waarbij er ook wordt gekeken naar de buitencondities. Met andere woorden; wanneer het gedurende een bepaalde periode buiten erg warm is, dan mag de overschrijding meer uren zijn. Inmiddels komen we ook de berekening van de adaptieve gewogen temperatuuroverschrijding tegen, waarbij wordt uitgegaan van het vermogen van mensen om zich aan te passen aan hoge of lage buiten temperaturen. Alles is gericht op het creëren van optimaal comfort, waar alleen in specifieke omstandigheden van afgeweken mag worden.
Naast technische ontwikkelingen en een op berekeningen gebaseerde aanpak, is er nog een andere tendens, die meer mensgericht is, namelijk predicted mean vote (PMV). Hierbij wordt in het programma van eisen uitgegaan van de waarde dat het voorspelbare aantal klagers niet hoger uitkomen mag zijn dan 10%. Over mensgericht gesproken; voor de ventilatie wordt ontwerpers gevraagd de Nederlandse norm toe te passen voor het berekenen van de luchthoeveelheid. Hiervan is door ISSO echter vastgesteld, dat de gebruikers deze verse lucht hoeveelheid niet als optimaal zullen beoordelen. Om te zorgen voor tevreden eindgebruikers van de installatie zal op dit punt de norm als ondergrens gezien moeten worden.
We gaan op weg naar een EPC (energieprestatiecoëfficiënt) van 0,4 voor de woningbouw en een reductie van 50% op de energie lasten voor utiliteitsgebouwen ten opzichte van 2007. Mede door deze steeds verder aangescherpte ten aanzien van de grenswaarden voor de EPC, wordt er meer gekeken naar installatietechnische oplossingen om de beoogde energieprestatie te halen. Hierbij wordt niet alleen naar energetische aspecten gekeken, maar ook naar de invloed van installaties op het binnenmilieu, met name luchtkwaliteit en thermisch comfort.
In het ontwerp moet warmteterugwinning uit de ventilatielucht toegepast worden. Voor het opwekken van warmte zullen vaker warmtepompen worden toegepast, die veelal de warmte uit het grondwater halen. Aanvullende maatregelen om in de warme zomerperiode voldoende warmte in de bodem op te slaan, blijken in ons klimaat dan noodzakelijk. Zonne-energie zal hiervoor steeds vaker worden ingezet. Deze ontwikkelingen stellen hoge eisen aan ontwerpers, uitvoerders, installateurs en servicemedewerkers wat betreft hun actuele technische kennis. Naast de kennis die door veel leveranciers en importeurs wordt geboden, blijft een grondige (basis)kennis van de klimaattechniek noodzakelijk.