Werkgevers, werknemers en overheid hebben een groot gemeenschappelijk belang bij goede arbeidsomstandigheden. De Arbeidsomstandighedenwet (hierna Arbowet) verplicht iedere werkgever om een arbobeleid te voeren dat zo veel mogelijk gericht is op optimale arbeidsomstandigheden. De primaire verantwoordelijkheid voor het bereiken van goede arbeidsomstandigheden ligt binnen de ondernemingen. Om een goed arbobeleid te kunnen vormgeven moet de werkgever een overzicht opstellen van alle risico's die in het bedrijf of de instelling kunnen voorkomen. Met de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) kan het bedrijf gestructureerd de risico’s aanpakken om zo de kans op arbeidsgerelateerde gezondheidsklachten en ongevallen tot een minimum te beperken.
Een RI&E dient te bestaan uit:
Uit de RI&E kan blijken dat specifieke nadere inventarisaties nodig zijn. Dit betreft bijvoorbeeld geluid, gevaarlijke stoffen, welzijn, machineveiligheid, biologische factoren en trillingen. Onderwerpen die bijvoorbeeld in een RI&E beschreven staan:
De RI&E dient risico's voor bijzondere categorieën werknemers, zoals werknemers jonger dan 18 jaar, zwangere werknemers, werknemers tijdens de lactatie en werknemers met een arbeidshandicap of gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid, te beschrijven.
Onderdeel van de RI&E is het Plan van Aanpak. In het Plan van Aanpak is beschreven welke maatregelen genomen zullen worden om de geïnventariseerde risico’s aan te pakken. Ook dient in het Plan van Aanpak opgenomen te worden binnen welke termijn deze maatregelen uitgevoerd worden en wie binnen de organisatie hiervoor verantwoordelijk gesteld is. Vervolgens dient de werkgever daadwerkelijk de onderwerpen uit het Plan van Aanpak aan te pakken.
Na het uitvoeren van de RI&E en het opstellen van het Plan van Aanpak moeten deze voorgelegd worden aan de arbodienst of een gecertificeerde kerndeskundige. Zij beoordelen of de ingevulde RI&E compleet en betrouwbaar is en uitgaat van de huidige stand van wetenschap en techniek. Alle erkende RI&E-instrumenten staan op de site. Daar staan ook alle voorwaarden voor de lichtere toetsing. Er hoeft geen toetsing van de RI&E plaats te vinden wanneer:
Er hoeft geen toetsing van de RI&E plaats te vinden wanneer alle werknemers in het bedrijf samen 40 uur of minder werken. Daarnaast gelden vanaf 1 april 2011 versoepelde regels voor bedrijven met ten hoogste 25 werknemers. Deze werkgevers zijn eveneens niet meer verplicht hun RI&E te laten toetsen door een deskundige. Daar staat tegenover dat ze wel verplicht zijn om gebruik te maken van een goedgekeurde branche-RI&E Ook moeten ze ervoor zorgen dat de RI&E beschikbaar is.
Werknemers hebben via het instemmingsrecht van de Ondernemingsraad inspraak in het opstellen van de RI&E en het Plan van Aanpak. De Ondernemingsraad kan op die manier een bijdrage leveren aan eventuele verbeteringen of aanvullingen. Werkgevers zijn verplicht om het Plan van Aanpak jaarlijks aan de ondernemingsraad voor te leggen en schriftelijk verslag uit te brengen over de voortgang. Onderdeel van bovengenoemd wetsvoorstel is het feit dat de plicht van de werkgever om de werknemer de mogelijkheid te bieden kennis te nemen van de RI&E binnen zijn bedrijf weer expliciet in de Arbowet wordt opgenomen.
1. Inventarisatie van de gevaren en risicobeperkende maatregelen (welke gevaren zijn er?)
2. Evaluatie van de risico's (hoe groot zijn de risico's?)
3. Plan van Aanpak (wat doen, wanneer uitgevoerd?).
Werkgevers kunnen zelf een een risico-inventarisatie en –evaluatie, ofwel RI&E opstellen, maar makkelijker is het om gebruik te maken van een RI&E voorbeeld. Klik hier en lees meer hierover. Bronnen: Arboportaal en 112bhv.nl