Steeds meer mensen werken met gesynthetiseerde nanodeeltjes. Er zou een registratiesysteem, de zogenaamde nanodossiers, moeten komen. Deze dossiers zullen bijhouden welke werknemers beroepsmatig worden blootgesteld aan welke nanodeeltjes. Zo kan er in de toekomst eenvoudiger gecontroleerd worden of het werken met nanodeeltjes effect heeft op de gezondheid. Dit stelt de Gezondheidsraad in een advies aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het advies komt voort uit de zorgen die er bestaan over nanodeeltjes en uit het besef dat er over de gezondheidsrisico’s eigenlijk nog nauwelijks iets vaststaat. Die zorgen komen waarschijnlijk ook voort uit de ervaringen met asbest waarbij het tientallen jaren duurde voordat het verband met mesothelioom boven water kwam. Het idee zou zijn dat zo veel mogelijk bedrijven in de personeelsdossiers gaan bijhouden of werknemers ‘herhaaldelijk en op gezette tijden’ (dus niet vanwege incidentele ongelukjes) blootstaan aan nanodeeltjes die niet, of slecht, in water oplosbaar zijn. Hetzelfde zou moeten gelden voor materialen waar nanodeeltjes in zijn verwerkt en waar ze bij beschadiging uit vrij kunnen komen. De registratie zou de fysische en chemische eigenschappen van de deeltjes, de arbeidsomstandigheden en het blootstellingsniveau moeten vastleggen. Komen er dan klachten, dan kunnen alle registraties naast elkaar worden gelegd en kan snel worden nagegaan of men elders dezelfde ervaringen heeft. De mogelijke effecten op de gezondheid van het werken met nanodeeltjes wordt daarmee inzichtelijk gemaakt. Het actief screenen van nanowerkers wordt nu nog afgeserveerd waarbij de motivatie is dat eigenlijk niemand weet waar precies naar gekeken moet worden.
Ruud Bergwerff, Productmanager bij NCOI Techniek is van mening dat Veiligheidskundigen in ondernemingen, waar gewerkt wordt met stoffen of producten die nanodeeltjes bevatten, de verantwoordelijkheid moeten nemen om de door de Gezondheidsraad gevraagde registratie in personeelsdossiers op te laten nemen. Hoe hoog de risico’s zijn weten we nog niet. Om de parallel te trekken met het asbest, toen dat volop werd gebruikt waren de risico’s ook niet bekend. Nu weten we beter en worden we nog steeds geconfronteerd met de kwalijke gevolgen hiervan én zijn er maatregelen getroffen om blootstelling aan asbest te voorkomen. Blootstelling aan nanodeeltjes kan ook heel schadelijk zijn. Alleen kunnen we door het vastleggen van de blootstelling preventieve maatregelen treffen als blijkt dat de risico’s hoog zijn. Wellicht zullen wij daardoor ook veel eerder kunnen reageren zodat schadelijke gevolgen beperkt blijven.
Bron: Gezondheidsraad.nl