De meeste branden ontstaan nog steeds door menselijke fouten en onzorgvuldigheid. Zorg dat je weet wat je moet doen in brandgevaarlijke situaties en creëer een veilige omgeving voor jou en je collega’s.
Sta bij het ontstaan van brand altijd eerst stil bij wat je vooral wel en niet moet doen. Kijk eerst goed en handel daarna pas. Zo kun je veel fouten voorkomen.
Als onprofessionele brandbestrijder mag je alleen een ‘beginnende brand’ blussen. Dit betekent dat de brand nog niet verspreid is. Bijvoorbeeld: de brand beperkt zich tot de prullenbak of kopieermachine en heeft de omgeving (bijvoorbeeld plafond, meubilair of zonwering) nog niet in brand gezet.
Indien je de plek benadert waar brand wordt vermoed, zijn er verschillende situaties denkbaar:
A. Brand is zichtbaar: Er is een:
1. Klein brandje, zonder uitbreiding. Dit kun je in principe blussen, maar blijf controleren of de vlammen niet opnieuw oplaaien. Voer dus altijd een nacontrole uit.
2. Brandje met uitbreiding. Alarmeer de brandweer, als dit nog niet is gedaan. Beoordeel of je alvast met blussen kunt beginnen, of dat je eerst jezelf en anderen in veiligheid brengt.
B. Brand is achter een gesloten deur:
Heb je te maken met een brand achter een gesloten deur, pas dan op! Het openen van de deur kan namelijk fatale gevolgen hebben. Wat kun je het beste doen?
1. Voel met je vlakke hand hoog bij de deur (Leg nooit je hand direct op de deur of de deurklink i.v.m. de hitte)
2. Voel met de rug van je hand bij de deurklink.
3. Houd enige afstand! Een warm deuroppervlak geeft aan dat de temperatuur aan de andere kant van de deur hoog is. Maar let op, want ook achter een koude deur kan brand woeden (bijvoorbeeld verderop in de ruimte). Wat zie je?
Je kunt door de deur heenkijken en ziet rook > ga nooit naar binnen!
Je ziet rook langs de deurposten komen > houd de deur dicht.
Je ziet geen rook > open de deur niet zomaar, maar handel volgens de procedure voor het openen van deuren.
Wanneer je een brand vermoedt achter een deur, voel dan eerst voorzichtig (zoals hierboven beschreven) of de deur warm of koud aanvoelt. Dit bepaalt namelijk welke procedure je dient te volgen. Let op, laat een gesloten deur altijd dicht!
A. De deur voelt warm aan:
B. De deur voelt koud aan:
1. Kijk eerst goed waar de scharnieren zitten:
2. Bij het openen van de deur kan er een steekvlam ontstaan die door de deurspleet aan de bovenkant naar buiten komt. Als je je op de juiste manier verdekt en gebukt op hebt gesteld, is er weinig risico op verwonding. Bovendien zit je laag bij de grond als je bukt en wordt je zo min mogelijk blootgesteld aan eventuele rook!
Wanneer de deur geopend is, bestaan er verschillende mogelijkheden:
Bij situatie A t/m C > roep eerst of er nog iemand binnen is. Wordt er gereageerd, geef dan het slachtoffer opdracht om in de richting van jouw geroep te kruipen. Blijf het slachtoffer aanroepen. Lukt dit het slachtoffer niet, sluit dan de deur en blijf contact houden door de gesloten deur heen. Stel gerichte vragen om erachter te komen waar het slachtoffer zich bevindt, zoals: “Zit je bij het raam?”, “Aan de gangzijde?”, etc. Ga nooit zelf naar binnen, want zo vallen er alleen maar meer slachtoffers! Wordt er niet gereageerd, sluit dan de deur en ontruim de omgeving.
Ga alleen naar binnen als er geen rook is en je de ruimte volledig kunt overzien. In alle andere gevallen is de situatie te gevaarlijk en dien je in een veilige omgeving te wachten op professionele hulpverlening. Ook blussen mag alleen als er geen rook is en je de ruimte volledig kunt overzien! Doe een bluspoging altijd vanuit de gang, want rook en CO2 zijn gevaarlijk! Maak gebruik van de worplengte van het blusmiddel. Doe na het blussen de deur weer dicht om rookverspreiding te voorkomen.
Om een brand te blussen kun je één van de elementen van de branddriehoek (brandbare stof + chemische reactie + ontstekingsbron) verwijderen. Dit kan door:
Hieronder staan nog een aantal tips voor het blussen van een brand:
Bron: Multicraft.nl