“De tijger is de gevaarlijke stof en zolang die in z’n kooi blijft, is er niets aan de hand”, Nathan Kuper van de Inspectie SZW legt uit wat procesveiligheid is en waarom een EVD onmisbaar, maar zeker niet heilig is. “Het gaat erom, hoe groot is die tijger en hoe sterk is die kooi.”
Vlak voordat de geboren Enschedeër afstudeert als chemisch technoloog aan de Universiteit Twente, ontploft 177 ton vuurwerk. “Naar aanleiding van de ramp in 2000 richtte de toenmalige Arbeidsinspectie een speciale groep chemische veiligheid op, om meer expertise op dat gebied binnen te halen.” Nathan Kuper solliciteert en werkt sindsdien bij het expertisecentrum van Inspectie SZW. Op dit moment als projectleider procesveiligheid. “Maar tegelijkertijd doe ik ook allerlei dingen eromheen die gericht zijn op chemische veiligheid. En daarbuiten, zoals arbeidshygiëne, waar bijvoorbeeld ook de Europese stoffenwetgeving REACH bij komt kijken.” REACH (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen), een samenwerkingsverband tussen Inspectie SZW, ILT (Inspectie leefomgeving en transport) en NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit), bepaalt dat alle in de EU gevestigde bedrijven die chemische stoffen maken, moeten aantonen dat de stoffen veilig en de risico’s beheersbaar zijn. “Bij explosieveiligheid en chemische veiligheid heb je meer te maken met acute risico’s. Terwijl het bij REACH ook gaat over chronische- en blootstellingsrisico’s, zoals bijvoorbeeld kankerverwekkende stoffen. Ik houd me op dat gebied vooral bezig met regelgeving. Wat gebeurt er en waar gaat het naar toe? Komen er nieuwe dingen op ons af? Soms naar aanleiding van wetgeving, soms vanuit ons eigen werkveld.”
Het afgelopen decennium is er een toenemende aandacht voor veiligheid, gezondheid en milieu (VGM). Ook door rampen die maatschappelijk veel impact hebben als de brand in het cellencomplex van Schiphol (2005), de ontploffing bij BP in Texas City (2005) en de brand bij Chemie-Pack (2011), groeit de bewustwording binnen bedrijven. “Vanaf 2003, sinds de invoering van de ATEX-regelgeving, is explosieveiligheid in een stroomversnelling gekomen.” ATEX staat voor Atmospheres Explosibles, ofwel situaties die ontploffingsgevaar en/of brandgevaar op kunnen leveren. “Er wordt nu echt integraal gekeken naar explosiegevaar(PvdS: bij “en” nooit een komma!) en ook expliciet naar stofexplosies. Dat is een groot verschil met vroeger.” Als er in een bedrijf het risico bestaat op een gas- of stofexplosie, dan gelden de Europese ATEX-richtlijnen. Eén van de zaken die een bedrijf dan op moet pakken is bijvoorbeeld het opstellen van een explosieveiligheidsdocument (EVD). Tijdens het vijfde ATEX congres op 25 april geeft Kuper de presentatie ‘Pluis of niet pluis’ over het EVD. “Eigenlijk wil ik het juist níet hebben over het EVD. Mensen hebben de neiging om sec aan de regels te voldoen. Als ze zelf geen EVD kunnen schrijven, dan huren ze daar iemand voor in. Wat we nu dus zien, zijn bedrijven met een heel erg goed EVD. Waar alle risico’s en alle maatregelen - exact volgens het boekje - in staan. Maar als je dan nog eens goed naar zo’n bedrijf kijkt, vraag je je af, waarom gebeurt er dan niks mee? Want na het opstellen van het EVD wordt het vaak heel erg stil. Wie gaat het doen? Wie zorgt ervoor dat de maatregelen daadwerkelijk geïmplementeerd worden op de werkvloer? Het risico zit ‘m in niet in het niet hebben van het document; het zit ‘m in het bedrijf. Ik zou die bedrijven graag willen aansporen, kijk nou eens om je heen. Wat valt jou op? Want echt, sommige dingen zouden je direct moeten opvallen. Dat is een beetje dat pluis en niet pluis-verhaal.”
Bij procesveiligheid richt je je op het beheersen van risico´s van bijvoorbeeld vrijkomende gevaarlijke stoffen en explosies. Om de (chemische) processen zo veilig mogelijk te maken en de mogelijke risico´s in de processen in te kunnen schatten is het belangrijk dat bedrijven de juiste kennis en ervaring in huis hebben. “Procesveiligheid is de tijger in de kooi. De tijger is de gevaarlijke stof, zolang die in z’n kooi blijft is er niets aan de hand. Maar als ie wel uit z’n kooi komt, dan kan dat gevaarlijk zijn. Misschien valt de tijger de ‘oppassers’ (medewerkers) aan, of erger, eet ie ze op. Dan gaat het erom, hoe groot is die tijger en hoe sterk is die kooi? Weet de oppasser precies hoe hij de tijger kan benaderen? Of hoe hij moet ingrijpen? Wanneer je al die gegevens exact op een rijtje hebt; dat is procesveiligheid.
Feitelijk doen we alles procesmatig en is er werkelijk niets dat niet gedekt is door regelgeving. Neem Chemie-Pack. Als we ons allemaal aan de regels houden dan had die man nooit met een gasbrander die leiding ontdooit. Maar is dat de schuld van die man? Persoonlijk denk ik dat die daar niet zoveel aan kan doen. Het zit ‘m veel meer in de bedrijfscultuur, een hot item in veiligheidsland. Dat is iets waar we de komende jaren veel winst op kunnen boeken. Dat is hetzelfde als een bedrijf dat voor veel geld een EVD koopt, maar verder niets regelt om het op de werkvloer te realiseren. Door middel van bepaalde projecten en initiatieven proberen we nu de veiligheidscultuur bij bedrijven hoger te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld door een bedrijf in te schatten op een ‘cultuurladder’. Wat vinden wij van dit bedrijf? Het kan wel veilig zijn op dit moment - nu explodeert het niet - maar als je praat met het management, dan heb ik niet echt het idee dat ze goed bezig zijn. Of dat ze juist heel proactief bezig zijn. Op die manier proberen we bedrijven hoger op die ladder te krijgen.”
Bedrijven die te maken hebben met explosiegevaar zijn actief binnen branches zoals de (petro)chemie of in de verf-, de papier-, de voedingsmiddelen- of in de houtverwerkende industrie. “Binnen de chemische industrie is wat betreft de explosieveiligheid veel meer kennis in huis. Logisch, het is hun corebusiness. Maar in de voedings- en genotsmiddelenindustrie heb je net zoveel explosierisico’s. Denk maar aan stof, poeders en specerijen. Peper kan bijvoorbeeld prachtig exploderen. ‘Het risico zit ‘m in niet in het niet hebben van het document; het zit ‘m in het bedrijf.’ Explosieveiligheid is met name een kwestie van bewustwording; van regelgeving via de uitwerking naar die werkvloer toe. Iedere dag opnieuw. Heb je vijf jaar geleden een EVD gemaakt en is alles geïmplementeerd? Loop vandaag dan nog eens rond en ga na; is de situatie hetzelfde zoals toen? Of wordt er opeens een andere stof gebruikt? Komt het graan nu uit de Oekraïne, in plaats van uit Noord-Groningen? In principe is het zo dat je het EVD bij iedere verandering moet herzien. Maar ja, wat is nou eigenlijk een verandering? Ik draai ergens een nieuw lampje in, is dat een verandering? En dan nog, wat de één een verandering vindt, geldt voor de ander niet. Maar aan de andere kant, om een aantal basisdingen te kunnen checken, hoef je echt geen expert procesveiligheid te zijn. Neem gewoon dat document en ga kijken of dat match met hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Dat is vaak de stap die nog genomen moet worden. In feite is dat ook de manier waarop de Inspectie te werk gaat. We hebben maar beperkte tijd om een bedrijf te onderzoeken. Wat we dus doen is, we lopen een bedrijf binnen en kijken eens goed om ons heen. Negen van tien keer komen er dan direct bepaalde dingen naar voren, waarvan je denkt, hé, dat is raar. Ik vind het raar dat dáár een vorkheftruck naar binnenrijdt. Ik zou graag een stukje bewustwording willen wekken bij bedrijven en dat ze meer kijken naar de werkelijke risico’s en minder naar de wettelijke verplichtingen om zo’n document samen te stellen. Want papier is gewillig, maar het gaat erom wat er uiteindelijk op de werkvloer gebeurt.”
1971 Geboren in Enschede
2001 Chemische Technologie, Universiteit Twente
2001 Arbeidsinspectie, in 2012 opgegaan in Inspectie SZW
2011 Master of Safety, Health and Environment (MoSHE) bij TU Delft, Delft TopTech
Nathan Kuper is een spreker tijdens het Grote ATEX congres 2013. Het Grote ATEX congres vindt plaats op 25 april in Den Bosch. Klik hier en meld u nu aan!