Vanuit een strategisch perspectief hebben onderhoud- en inkoopprocessen van industriële ondernemingen een nauwe relatie met elkaar. In dit artikel wordt een strategisch model behandeld dat door de auteur in samenwerking met prof. dr. ing. F.A.J van den Bosch, van de RSM Erasmus Universiteit, ontwikkeld is. Met dit strategisch model kan worden bepaald welke “make”, “buy” of “cooperate” strategie voor onderhoud bijdraagt aan een duurzaam concurrentievoordeel voor de onderneming.
Recente wetenschappelijke literatuur over onderhoud geeft de volgende definitie door Tarakci e.a. (2005): “Two types of maintenance activities can occur: (i) preventive maintenance, which overhauls and improves the process to its original (best) state; and (ii) minimal repair, a form of corrective maintenance, which merely restores the process to operation without improving its reliability.”
In deze definitie zitten de werkprocessen preventief onderhoud (preventive maintenance), revisie (overhauls), correctief onderhoud (corrective maintenance), beheer (activities) en innovatie (improves). Onder onderhoud van een technisch systeem wordt verstaan: alle activiteiten die ten doel hebben het in technische staat te houden of terug te brengen, die nodig wordt geacht voor de door systeem/object te vervullen functie (Geraerds 1994, Smit 1995 en Nederlandse vereniging voor doelmatig onderhoud). Hierbij wordt met “alle activiteiten” bedoeld, zowel de voorbereidende als de uitvoerende activiteiten.
Binnen het hier getoonde strategische model (figuur 1) wordt vanuit vier perspectieven naar het uitbesteden van onderhoudswerkprocessen op installatieniveau gekeken. Deze perspectieven zijn organisatie, externe context, financieel en veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu (VGWM). De uitkomst is een “make”, “buy” of “cooperate” beslissing.
Onder “make” wordt verstaan dat de werkzaamheden door eigen mensen worden uitgevoerd. “Buy” wil zeggen dat de werkzaamheden volledig zijn uitbesteed en “cooperate” wil zeggen dat er een samenwerkingsverband is, waarbij vanuit de organisatie verschillende motieven en belangen zijn die bepalen wat de inter-organisatorische relatie inhoud. De input voor het model is een werkproces op installatieniveau, waarbij eerst wordt gekeken naar waarde creatie (X1). Met waarde creatie wordt hier een gebalanceerd portofolio van exploitatie en exploratie bedoeld, waardoor een duurzaam concurrentievoordeel wordt behaald. Wanneer de vereiste kerncompetentie bijdraagt aan waarde creatie dan moet de onderneming deze in huis hebben (X2). Wanneer de vereiste kerncompetentie niet in huis is dan kan op de markt gekeken worden of deze beschikbaar is (X3) en wat het commerciële risico hierbij is (X4). Is het commerciële risico voor het verkrijgen van de vereiste kerncompetentie laag dan moet er naar het VGWM risico worden gekeken (X5). Wanneer deze hoog is dan kan de onderneming “the license to operate” verliezen wanneer er iets mis gaat. In dat geval dient voor “cooperate” gekozen te worden. Figuur 1: Strategisch model voor mbc- strategie inzake onderhoud
Voor het verkrijgen van een duurzaam concurrentie voordeel is het belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan technologische en administratieve innovaties (Bosch van den en Volberda, 2004). Binnen het strategisch model kan de administratieve innovatie gevonden worden in het organisatieperspectief en het aangaan van inter-organisatorische relaties. Het strategisch model kan per werkproces worden doorlopen, waarbij er op installatieniveau een “make”, “buy” of “cooperate” beslissing wordt geformuleerd. Na het doorlopen van alle werkprocessen kan bepaald worden welke mbc-strategie voor deze installatie het beste is en hoe deze organisatorische vorm wordt gegeven.
Wanneer er voor een installatie verschillende mbc uitkomsten zijn, dan dient bepaald te worden welke mbc-strategie het meest bijdraagt aan waardecreatie en duurzaam concurrentie voordeel. In de praktijk kan worden besloten om voor een installatie een aantal werkprocessen zelf uit te voeren en een aantal uit te besteden. In dat geval dient er een inter-organisatorische relatie tot stand te komen waarin alle werkprocessen zijn meegenomen. Het strategisch model is door drs. ing. Mark J. Vertogen onder andere toegepast bij het energiebedrijf Essent N.V. en bij een cluster van AKZONOBEL Base Chemicals b.v.
Bron: www.vertogenmanagement.com