Vanaf 1 januari 2014 gaat de nieuwe ziektewet in. Enerzijds geeft de wet flexwerkers meer zekerheid. Anderzijds heeft die grote financiële gevolgen voor werkgevers. Zij moeten immers gaan betalen wanneer een flexwerker ziek wordt en het tijdelijke contract afloopt.
Als bedrijven zelf tijdelijke werkkrachten (flexwerkers) in dienst hebben (dus niet via een uitzendbureau ingehuurd), dan heeft dat grote financiële risico's. Boven een loonsom van € 300.000 zijn deze werkgevers namelijk verantwoordelijk voor hun eigen zieke medewerkers, dus ook voor werknemers die na afloop van hun tijdelijke of nulurencontract contract ziek blijven. Dat houdt in: 2 jaar doorbetalen en nog 8 jaar verantwoordelijk voor re-integratie volgens de WGA (Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten). Overigens, wanneer een uitzendkracht ziek wordt, is het risico voor het uitzendbureau en niet door de werkgever.
De invoering is niet zonder slag of stoot verlopen. Werkgeversorganisaties VNO-NCW, AWVN en MKB-Nederland hebben samen met de brancheorganisatie van uitzendbureaus , ABU, flink wat tegengas gegeven tegen dit wetsvoorstel. Al bij de introductie van de premiedifferentiatie van de WGA waarschuwde de ABU voor de grote schadelijke gevolgen voor de arbeidsmarkt. Ook in het Sociaal Akkoord is geageerd tegen het voorstel. Zonder resultaat.
Voor flexwerkers die vanaf 2012 na beëindiging van hun contract een Ziektewetuitkering krijgen, geldt dat deze aan de werkgever wordt doorbelast in de gedifferentieerde premies van 2014 en latere jaren. De wet die per 1 januari 2014 ingaat geldt namelijk met terugwerkende kracht tot januari 2012.
Bronnen: nos.nl en penoactueel.nl