De effecten van straling door radioactieve stoffen hangen af van de hoeveelheid en het type straling. Ook de gevoeligheid van het getroffen weefsel speelt een rol. Een hoge stralingsdosis kan brandwonden en misselijkheid veroorzaken. Door blootstelling aan straling kunnen op lange termijn ziektes, zoals leukemie, ontstaan.
Straling wordt onder andere uitgezonden door radioactieve stoffen. Dit kan een gas, damp, vloeistof of vaste stof zijn. Bekende radioactieve stoffen zijn Cobalt, Cesium, Jodium, Radium, Uranium en Plutonium. Er bestaat alfastraling, bètastraling en gammastraling. In ziekenhuizen wordt ook röntgenstraling gebruikt.
Het gevaar van straling hangt van de hoeveelheid straling af. Dit noemt men de dosis. Een kleine hoeveelheid straling is niet gevaarlijk, want dat komt ook in de natuur voor. Een grote hoeveelheid straling kan gevaarlijk zijn.
Straling kun je niet zien of voelen. Alleen met speciale instrumenten kan worden vastgesteld of ergens straling is. Onder andere de brandweer, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Defensie beschikken over deze meetapparatuur.
Een dosis straling kan schade veroorzaken aan DNA in cellen. Door deze verandering in het DNA kan zich in een later stadium soms kanker ontwikkelen. Bijvoorbeeld leukemie en schildklierkanker. Het menselijk lichaam herstelt deze schade in de meeste gevallen zelf. Bij een zeer hoge dosis straling kunnen zich brandwonden en misselijkheid voordoen.
Bron: Rijksoverheid