Bijna de helft van de Nederlandse werknemers licht de werkgever niet in bij de eerste symptomen van een depressie. Dat blijkt uit onderzoek onder 800 respondenten door U-center, een private GGZ-kliniek.
Ruim dertig procent van de werknemers vermoedt een depressie bij één of meerdere collega’s. Volgens Ingrid Weijnen, directeur behandeling bij U-center, weten werkgevers niet goed wat zij met depressieklachten aan moeten. ‘De gevolgen van een depressie worden dan ook vaak onderschat. Tevens zien we sinds de crisis steeds meer werknemers die te lang doorlopen met depressieklachten en daarmee het risico lopen voor een langere tijd uitgeschakeld te zijn.’ Tijdens het onderzoek gaf 80 procent aan te vermoeden dat de werkgever weet van depressieklachten onder collega’s.
Vooral mannen houden klachten voor zichzelf, 11 procent tegen 7 procent van de vrouwen houdt zich stil over zijn of haar depressie. Ook verwachten mannen minder snel een depressie onder hun collega’s dan vrouwen. Vrouwen daarentegen zoeken sneller hulp, waarbij meer dan de helft aanklopt bij hun werkgever wanneer zij kampen met depressieklachten. Toch geeft ruim 40 procent van de vrouwen aan liever hulp te zoeken buiten hun directe werkomgeving. “Het kan zijn dat mannen depressieve klachten anders beleven of er een andere uiting aan geven dan vrouwen. Ook hebben zij meer moeite toe te geven dat zij aan iets psychisch lijden en het liever een burn-out noemen dan depressie. Verschillende socialisatieprocessen tussen mannen en vrouwen kunnen daaraan ten grondslag liggen”, aldus Weijnen.
Uit het onderzoek blijkt dat een depressie onder werknemers nog steeds een groot taboe is. De angst voor de gevolgen van een depressie op hun loopbaan is vooral hoog bij werknemers die aan het begin van hun carrière staan. Het vertrouwen in de werkgever lijkt evenredig te lopen aan de leeftijd van de respondenten. Vooral medewerkers in de leeftijd 50 tot 65 jaar staan open voor hulp van zowel werkgever als externe hulpmogelijkheden.
Bron: P&Oactueel.nl