Van oudsher worden in Nederland paalfunderingen berekend met de zogenaamde 4D-8D methode die ooit door Koppejan (in de jaren ‘50) is opgesteld. Bij die berekening zijn de zogenaamde paalklassefactoren ap en as van groot belang. Deze zijn afhankelijk van het paaltype en geven de mate van beïnvloeding van de bestaande grondslag aan. Bij geheide palen zoals de vaak toegepaste betonnen geprefabriceerde palen zijn deze bijvoorbeeld 1,0 resp. 1%, voor geboorde systemen kunnen deze waarden tot wel 50% reduceren door de ontspanning van de ondergrond bij het boren.
De berekening wordt verder uitgevoerd op basis van de in sonderingen gemeten conusweerstand qc. deze grootheid is allesbepalend voor het draagvermogen. De sondering (een Nederlandse uitvinding, die nog vaak in het buitenland vaak wordt aangeduid als ‘The Dutch Cone Penetration Test‘, wordt in Nederland gezien als een proefbelasting omdat het bezwijkgedrag van de grond onder een paalpunt goed overeenkomt met het bezwijkgedrag onder de sondeerconus.
Jarenlang waren de Nederlandse geotechnische adviseurs in de stellige overtuiging dat we met deze rekenregels veilige funderingen maakten. Bovendien gelden voor deze funderingen ook nog de nodige veiligheidsfactoren, onder meer afhankelijk van de hoeveelheid verricht grondonderzoek. Een terechte overtuiging, want schade als gevolg van een overbelaste funderingspaal komt in de praktijk nooit voor, toch? Recent onderzoek in CUR (Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving) verband wijst echter een geheel andere richting uit. Naarmate een paal dieper het zand in gaat zou de draagkracht per strekkende meter paal afnemen. Dat zou betekenen dat een groot aantal van de in Nederland toegepaste palen een lager draagvermogen dan verwacht zouden hebben en dus niet veilig zouden zijn. Redelijk schokkend nieuws dus.
Zoals bij elk onderzoek – zeker in de geotechnische wereld - zijn dit soort onderzoeken aan kritiek onderhevig. Maar enige waakzaamheid is wel geboden, want dit zijn toch signalen die niet genegeerd kunnen worden. Om die reden heeft de nationale normcommissie, belast met het opstellen van de Nederlandse bijlage van de Eurocode 7 (Geotechniek), besloten dat alle paalleveranciers tot 2016 de tijd hebben om middels proefbelastingen aan te tonen dat hun paaltype geschikt is om met bovenstaande parameters te berekenen, met name de eerder genoemde waarden van ap en as. zonder het uitvoeren van proefbelastingen worden de bewuste parameters 30% omlaag geschroefd.
Daarom zullen in de komende 5 jaar palen vaker in de praktijk getest gaan worden door middel van een proefbelastingen. Hierbij wordt een paal onderworpen aan een grote kracht, waarbij de vervorming van de paal en het krachtverloop in de paal nauwkeurig gemeten wordt.
Dit soort testen wordt internationaal heel vaak gedaan, maar gebeurde in Nederland niet vaak, tenzij het om een nieuw paaltype ging. We vertrouwden tenslotte geheel op onze Nederlandse sondering. Of dat terecht is geweest, zal in de nabije toekomst duidelijk worden!
Auteur: Roel Brouwer, docent Grondmechanica en Funderingstechniek
< Terug naar artikeloverzicht