De eerste uitspraak over een aanbestedingsprocedure waarop de nieuwe Aanbestedingswet 2012 en het Aanbestedingsreglement werken 2012 (ARW 2012) van toepassing zijn, is gepubliceerd. Het betreft een onderhandse Mvo-aanbesteding aanleg fietsstroken door de gemeente Haarlemmermeer.
De uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland van 30 augustus 2013, gepubliceerd op 24 september 2013 (ECLI:NL:RBNHO:2013:8245) gaat over een georganiseerde nationale onderhandse aanbesteding door de gemeente Haarlemmermeer voor de aanleg van fietsstroken. Op deze aanbesteding is het ARW 2012 van toepassing verklaard.
Eiser heeft 2 offertes ingediend: 1 besteksconforme offerte en 1 variant. De variant - de inschrijving met de laagste prijs - wijkt af van het bestek. Het verschil zit ‘m in het gebruik van een andere coating voor de fietspaden, die tevens op een andere manier wordt aangebracht. De gemeente wil gunnen aan een andere inschrijver en deelt eiser mee dat ten onrechte in bestek stond dat varianten worden toegestaan. Drie dagen hierna sluit de gemeente een definitieve overeenkomst met die andere inschrijver. Daarop maakt eiser onderhavig kort geding aanhangig. Eiser stelt dat gemeente ten onrechte de laagste prijs heeft gehanteerd omdat het uitgangspunt van ARW 2012 is: EMVI tenzij. De gemeente heeft nagelaten te motiveren en uitdrukkelijk varianten toegestaan, wat alleen bij EMVI mogelijk is. De gemeente geeft aan dat bewust is gekozen voor de laagste prijs en erkent dat ze had moeten motiveren, maar de eiser is volgens haar te laat om hiertegen in te gaan.
De voorzieningenrechter volgt eiser niet in haar redenering. In het bestek staat expliciet de laagste prijs vermeld. Andere uitleg zou in strijd met rechtszekerheid zijn. Als de gemeente wel EMVI-criterium had willen hanteren, had zij minimumeisen voor de varianten moeten vermelden. Het alleen vermelden dat varianten gelijkwaardig moeten zijn is niet voldoende. Dus variant is terecht buiten beschouwing gebleven. De enkele eis van gelijkwaardigheid kan niet worden aangemerkt als specifieke minimumeis die een transparante toetsing mogelijk maakt. De voorzieningenrechter komt daarom tot de conclusie dat in onderhavige aanbesteding het gunningscriterium laagste prijs gold. Op grond van het bepaalde in artikel 7.12.1 ARW 2012 zijn daarbij geen varianten toegestaan en kunnen alleen besteksconforme inschrijvingen worden meegenomen in de beoordeling. De aanbestedende dienst heeft daarom terecht besloten de variant van eiser buiten beschouwing te laten. Verder is de voorzieningenrechter het oneens dat de beslissing tot gunning niet rechtsgeldig zou zijn. Hierdoor wordt niet toegekomen aan subsidiaire vorderingen van eiser, zoals een vordering tot her aanbesteding.
Bron: