Als je de regelinstallatie van een gebouw ontwerpt, heb je met veel zaken te maken. In de opleiding MRKC leer je hoe je bij elk gebouw de juiste berekeningen en afwegingen maakt. Zoals, wat er allemaal komt kijken bij klimaatregeling in een atrium.
In openbare gebouwen worden steeds meer - overeenkomstig de tijdsgeest waarin thema’s als openheid, transparantie en flexibiliteit een grote rol spelen – atriumachtige ruimtes gecreëerd. Een atrium heeft echter bijzondere klimaateigenschappen. Naast het gebruik van veel glas en grote hoogte, is het kenmerkend voor een atrium dat één grote centrale ruimte toegang geeft tot veel vertrekken, die via verschillende niveaus aan elkaar zijn gekoppeld, bijvoorbeeld door luchtbruggen. Dan is het belangrijk dat ook bovenin het atrium een aangename temperatuur heerst, zodat de overgang vanuit de andere vertrekken niet te groot is.
Evenals in andere ruimten hangt het thermische klimaat in een atrium af van externe klimaatomstandigheden, vorm, materiaal én natuurlijk de regelinstallatie. Het is dan ook noodzakelijk om in het ontwerpproces in een vroeg stadium de volgende ontwerpvariabelen die het binnenklimaat in de aangrenzende ruimten bepalen, vast te stellen.
Klimaatbeheersing in een grote hoge ruimte met veel glas begint met het voorkomen van opwarming. Eén van de mogelijkheden is het plaatsen van zonwerend glas. Daarnaast is het belangrijk dat de zonnewarmte die wel binnenkomt, doelmatig wordt afgevoerd door voldoende ventilatie. Door de enorme ventilatiecapaciteit die hiervoor nodig is, heeft natuurlijke ventilatie de voorkeur. Het aanbrengen van luchtafzuigingen, hoog in het atrium, is bijna altijd mogelijk. In de winter kan de warmte van de ingevallen zonnestraling worden benut om de binnentemperatuur te handhaven. Wanneer een atrium wordt gebruikt als afvoer van ventilatielucht uit het aangrenzende gebouw is de kans op overmatige condensatie groot, ook wanneer dubbel glas wordt toegepast. Wel is het mogelijk dat, door middel van warmteterugwinning, de afgevoerde lucht de buitenlucht voorverwarmt.
Het klimaat in een atrium wijkt af van het buitenklimaat waardoor de energiehuishouding binnen het gebouw ingrijpend wordt beïnvloed. Er zijn een aantal eigenschappen te benutten: die van de extra thermische buffer tussen binnen en buiten (overdag en ‘s nachts) en die van de collector van zonnestraling die overdag op het glas binnenvalt. In beide gevallen nemen tijdens het stookseizoen de transmissie- en infiltratieverliezen van de aangrenzende gebouwdelen af. Bovendien kunnen de ventilatieverliezen van het gebouw worden beperkt door toevoerlucht uit het atrium te onttrekken, waarbij deze ruimte dan als voorverwarmer fungeert.
Ben je ontwerper, bouwer of installateur van klimaatbeheersingssystemen en wil jij je verdiepen in de automatisering, de proceseigenschappen en in alle regelings-, besturings- en beveiligingsaspecten van deze installaties? Kijk dan wat de opleiding Ontwerpen van de regel-, besturings- en beveiligingsstrategie voor klimaatregelinstallatie (MRKC) jou te bieden heeft.