Nederland en Europa kent geen regelgeving voor stekeindbescherming. Dat is jammer, want alleen dan zullen fabrikanten geen producten meer op de markt brengen die schijnveiligheid veroorzaken en niet het juiste beschermingsniveau bieden.
Een stekeind kan voor pijnlijke blessures zorgen. Veel ernstiger is het vallen op of in stekeinden. De kracht van de val kan ervoor zorgen dat iemand wordt gespietst wat in sommige gevallen kan leiden tot de dood. Een stekeindbescherming moet dit soort ongevallen minimaliseren. Een Amerikaanse gepatenteerde stekeindbescherming is tot nu toe de enige die spietsen kan voorkomen. De Amerikaanse federale wetgeving erkent deze bescherming, die voldoet aan de door Occupational Safety and Health California (Cal/OSHA) opgestelde specificaties en testcriteria.
Er zijn geen specificaties en testcriteria beschikbaar waaraan stekeindbescherming moet voldoen om een aanvaardbaar beschermingsniveau te realiseren. Gelukkig is het wiel al in de Verenigde Staten uitgevonden. Nu is het alleen nog zaak om de beschikbare normen en richtlijnen te vertalen naar de Europese/Nederlandse situatie. Testen en arbeidsongevallen in de VS hebben aangetoond dat ombuigen van stekeinden spietsen alleen door een stekeindbescherming kan worden voorkomen. De keuze voor het type stekeindbescherming is hierbij essentieel. De zogenaamde ‘paddenstoelen’, of ‘stootbeveiligers’, bieden vooral een signaalfunctie en beschermen de kleding/huid als men er bij het langslopen tegenaan stoot. Bij een val, waar grotere krachten mee gemoeid zijn, biedt dit type stekeindbescherming geen bescherming tegen spietsen. Een kunststof stekeindbescherming met een stalen mantel biedt dit wel. Bij meerdere stekeinden op een rij is het mogelijk een houten balk te gebruiken. Ook hier geldt dat toegepaste houten balken moeten voldoen aan nog op te stellen specificaties en testcriteria.
Een commerciële aanpak van advisering van producten is niet gewenst. Wenselijk is het om specificaties en testcriteria op te stellen waarop elke fabrikant/leverancier of aannemer zijn producten kan laten testen. En natuurlijk het Europese en Nederlandse traject van normalisering (EN en NEN). Toonaangevende (branche)organisaties kunnen in hun catalogi/brochures een verwijzing van de NTA c.q. NEN-(EN)norm opnemen. Zolang er geen normalisatie heeft plaatsgevonden, blijven fabrikanten producten op de markt brengen die schijnveiligheid veroorzaken en niet het vereiste beschermingsniveau bieden. In Nederland is er inmiddels een commissie samengesteld die in eerste instantie moet komen tot een Nederlands Technische Afspraak (NTA). Deze NTA zal uiteindelijk kunnen resulteren in een NEN en NEN-EN-norm. Op deze manier zal eenduidigheid ontstaan waaraan stekeindbescherming moet voldoen en kan de werkgever op de bouw een vrije en verantwoorde keuze maken van een beschermingsmiddel waarop gehandhaafd kan worden. Dit artikel is geschreven door ons docent mevrouw Jolanda Arler.
Bekijk het profiel van Jolanda Arler op Linkedin.